Voorkamerfibrillatie of boezemfibrilleren is een progressieve aandoening, wat betekent dat de symptomen en de ernst van de aandoening na verloop van tijd kunnen verergeren. De progressie van voorkamerfibrillatie is ook gerelateerd aan een slechte uitkomst van de aandoening en een verminderde effectiviteit van de behandeling om je hartritme onder controle te houden. Dit artikel geeft je een overzicht van de verschillende soorten voorkamerfibrillatie en de acties die je kunt ondernemen om verdere progressie van de aandoening te voorkomen.
Inzicht in de verschillende categorieën van voorkamerfibrillatie
Voorkamerfibrillatie is een aandoening die wordt gekenmerkt door een onregelmatige en vaak zeer snelle hartslag. De aandoening kan worden onderverdeeld in verschillende subcategorieën, afhankelijk van de kenmerken waarmee de aandoening zich presenteert, de duur van de symptomen en hoe de episodes van een onregelmatig hartritme eindigen. De volgende subcategorieën kunnen worden onderscheiden:
- Initiële diagnose: voorkamerfibrillatie kan worden gedetecteerd op PPG- of ECG-apparaten en kan worden gediagnosticeerd na bevestiging op een ECG.
- Paroxysmale voorkamerfibrillatie: dit zijn episodes van voorkamerfibrillatie die komen en gaan en meestal minder dan een week duren. Deze episodes kunnen zonder symptomen optreden.
- Persistente voorkamerfibrillatie: deze episodes van voorkamerfibrillatie zijn continu en duren langer dan een week.
- Lang aanhoudende voorkamerfibrillatie: deze episodes van voorkamerfibrillatie zijn ook aanhoudend en kunnen meer dan 12 maanden duren.
- Permanente voorkamerfibrillatie: deze vorm van voorkamerfibrillatie is voortdurend aanwezig en er worden geen pogingen meer gedaan om het normale sinusritme te herstellen.
Het is belangrijk om te weten aan welk type voorkamerfibrillatie je lijdt, omdat dit van invloed is op de behandelstrategie en de vooruitzichten van de aandoening.
De verdere progressie van voorkamerfibrillatie voorkomen
De vroege detectie van voorkamerfibrillatie kan een vroegtijdige behandeling mogelijk maken, wat de vooruitzichten van de aandoening verbetert en de kans op evolutie naar een volgende fase verlaagt. Vroege detectie is ook belangrijk om complicaties zoals een beroerte en hartfalen te voorkomen. De noodzaak aan vroegtijdige detectie van voorkamerfibrillatie onderstreept het belang van het regelmatig controleren van je hartritme, zodat je zo snel mogelijk op de hoogte bent van eventuele problemen. Zelfs als je geen symptomen ervaart, is het belangrijk om je hartritme regelmatig te controleren, aangezien 40% van de mensen met voorkamerfibrillatie geen symptomen vertoont.
Sommige aanpasbare risicofactoren kunnen worden aangepakt om progressie van de aandoening te voorkomen, waaronder:
- Hoge bloeddruk
- Ongezonde levensstijl
- Diabetes
- Het gebruik van nicotine, alcohol, cafeïne of illegale drugs
- Overgewicht
- Onderliggende aandoeningen van het hart en de longen
Het aanpakken van onderliggende aandoeningen, het maken van positieve veranderingen in je levensstijl en het zoeken naar de juiste behandeling voor voorkamerfibrillatie kan de progressie van de aandoening voorkomen. Het is hierbij van belang om je bloeddruk onder controle houden, regelmatig te bewegen, onderliggende gezondheidsproblemen zoals COPD en diabetes onder controle te houden, overgewicht verliezen en het gebruik van nicotine, alcohol, cafeïne en illegale drugs te vermijden. Het onder controle houden van deze factoren kan al een aanzienlijke impact hebben. Voor elke 5 kg gewichtsverlies bijvoorbeeld, wordt het risico op het ontwikkelen van AF aanzienlijk verminderd met 12%.
Referenties
- NIH (2022). Types of atrial fibrillation. (https://www.nhlbi.nih.gov/health/atrial-fibrillation/types)
- Vitolo M. et al (2023). Factors associated with progression of atrial fibrillation and impact on all-cause mortality in a cohort of European patients (https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9917523/)
- Xiong Q, Proietti M, Senoo K, Lip GY. Asymptomatic versus symptomatic atrial fibrillation: A systematic review of age/gender differences and cardiovascular outcomes. Int J Cardiol. 2015 Jul 15;191:172-7. Doi: 10.1016/j.ijcard.2015.05.011. Epub 2015 May 7. PMID: 25974193.
- Nesheiwat Z. et al. (2023). Atrial fibrillation. (https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK526072/)
- Berkovitch A. et al. (2016). Body mass index and the risk of new-onset atrial fibrillation in middle-aged adults. (https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0002870315006882?via%3Dihub)
Created on juli 31st, 2024 at 02:00 pm